Casestudies

Mediation bij een verstoorde arbeidsrelatie binnen een gemeentelijke organisatie

Geschreven door
Gepubliceerd op
Share This

Case studie: Mediation bij een verstoorde arbeidsrelatie binnen een gemeentelijke organisatie Achtergrond

Een middelgrote gemeente schakelde MediationMinds in vanwege een ernstig verstoorde arbeidsrelatie tussen een langdurig in dienst zijnde werknemer en de organisatie. De werknemer zat op dat moment al geruime tijd thuis, vanwege de spanningen die het werk en de onderlinge samenwerking met zich meebrachten. In een poging de situatie te verbeteren, was de werknemer meerdere malen intern overgeplaatst. Helaas bleef het vertrouwen ontbreken, en verslechterde de situatie steeds verder.

Aanleiding voor mediation

Vanuit de werknemer werd de wens uitgesproken dat de gemeente zou erkennen dat zij niet in alle opzichten had gehandeld als goed werkgever. De werkgever stond op zijn beurt open voor een gesprek over de ontstane situatie, met als doel om – indien mogelijk – tot herstel van de werkrelatie te komen.

Mediation werd ingezet als laatste poging tot constructief overleg, alvorens juridische stappen zouden volgen of het tweede spoor definitief zou worden doorgezet.

“Soms is loslaten ook een vorm van goed werkgeverschap.”

Het mediationtraject

De gesprekken vonden plaats onder begeleiding van een onafhankelijke mediator van MediationMinds. Beide partijen kregen de ruimte hun visie te delen op het ontstaan en verloop van de situatie.

Er werd stilgestaan bij het beginsel van goed werkgeverschap, zoals neergelegd in artikel 7:611 BW. Dit vereist dat een werkgever zich opstelt als een “goed werkgever”, met oog voor redelijkheid, zorgplicht en het welzijn van de werknemer. De werknemer stelde dat hier op meerdere punten onvoldoende invulling aan was gegeven.

Hoewel aanvankelijk sprake was van een open dialoog en bereidheid tot luisteren, bleek in de loop van het traject dat het onderlinge vertrouwen zodanig beschadigd was, dat terugkeer naar de werkvloer binnen de gemeente geen reële optie meer was.

Tweede spoor en vaststellingsovereenkomst

Gedurende het mediationtraject liep er al een tweede spoor-traject conform de Wet verbetering poortwachter, waarin werd gezocht naar passende arbeid buiten de gemeentelijke organisatie. De werknemer vond uiteindelijk werk elders, waarmee duidelijk werd dat een beëindiging van het dienstverband het meest passend was.

De mediation eindigde met het opstellen van een vaststellingsovereenkomst. Hierin zijn heldere afspraken opgenomen over de beëindiging van het dienstverband, de eindafrekening, en begeleiding richting de nieuwe baan.

Reflectie

Hoewel de werkrelatie niet kon worden hersteld, voorkwam de mediation verdere escalatie en juridische procedures. De gesprekken boden erkenning, ruimte voor reflectie en gaven beide partijen de kans om de samenwerking zorgvuldig af te ronden.

“Soms is loslaten ook een vorm van goed werkgeverschap.”

Kaders en bronnen

  • Artikel 7:611 BW: De werkgever en werknemer zijn verplicht zich als goed werkgever en goed werknemer te gedragen. Dit betekent o.a. een zorgvuldige omgang met verzuim, re-integratie en conflicten.
  • Wet verbetering poortwachter: Bij langdurige ziekte is de werkgever verplicht om, na het eerste spoor (re-integratie binnen eigen organisatie), een tweede spoor in te zetten als terugkeer niet mogelijk is.
  • Richtlijnen UWV: Bij het beëindigen van een dienstverband via een vaststellingsovereenkomst moet aantoonbaar sprake zijn van een zorgvuldig re-integratieproces.